HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS.
75
Wanneer men een 60 a 70 jaren geleden, langs het
sedert eveneens aanmerkelijk verbouwde Ministerie van
Financiën wandelde, kwam men aan de smalle Klooster-
kerkstraat, die verder uitliep op het Nachtegaalspaddie
beide vormen thans, nadat van het Ministerie van Financiën
een goed stuk langs de Kloosterkerkstraat is afgenomen
en verder voorbij dit Ministerie alles is volgebouwd, de
fraaie en moderne Parkstraat. We wandelen nu door en
zien dan links het Ministerie van Financiën (zijgevel),
daarna een tuinmanswoning aan het Paleis behoorende,
die door een poort met groote openslaande deuren met
het Nachtegaalspad gemeenschap had, verder de tuinpoort
aan het pad ter hoogte waar nu n°. 6 Parkstraat staat,
een in zijn volle breedte vooruitspringende mestput en
een kleine woning, het geboortehuis van een in zijn tijd
geapprecieerd schrijver Ants L. De Rop, die lieve verzen
en aardige kinderboeken in de wereld zond. In dat huis
woonde in de dagen waarover ik ’t hier heb, een oud
gediende, vroeger aan het hof van Koning Willem I ver
bonden geweest. Vervolgens was het Nachtegaalspad in
zijn geheele lengte tot aan den Hooge Wal (thans Maurits-
kade), begrensd door den tuinmuur van de Paleistuinen,
waarachter boomgaarden, een oranjerie enz.
Rechts was de Kloosterkerk; daaraan grensde het nu
nog bestaande smalle straatje, dat met een elleboog links,
uitkomt in de Kazernestraat, naast het tegenwoordige
magazijn van Rijkstelegraafmaterieel. De huisjes links in
dat straatje, zijn nog uit dien ouden tijd. Vervolgens
stonden in de Kloosterkerkstraat waar nu het Bureau van
het Vaderland gelegen is, een paar heerenhuizen, o.a. dat
van Mevr. Gobius des Tombe, met een groot bordes er
voor; daarnaast de vroegere „Hoek van Hope” waarin
de Koninklijke manege (nu magazijn telegraafdienst), die
doodliep en eerst later doorgeslagen is tot de Kazernestraat,