76 HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS. paar stallen, dan van Hope, volgden een de timmerwerf van de Zwart, in wiens schuur tal van kermiskramen werden opgeborgen, die voor de kermis werden in elkander gespijkerd en verhuurd. Thans staat op die werf de linnennaaischool „Rusthof”, gesticht door Mevr. Groen van Prinsterer. Op den hoek van Kloosterkerk- en Kazernestraat stond een vreemd oud gebouw, waarin o.a. een water- en vuurnering, een kuiperij enz. werden uitgeoefend; in dat huis stonden verschillende modellen van ramen één groot met kleine ruiten, daar en tegen kleine met groote ruiten, door elkander; het was een soort „ark”, bewoond door tal van lieden die de meest heterogene vakken beoefenden; daarnaast een hofje met een bekende „mangelvrouw”. Vervolgens, waar nu de glas- en porceleinwinkel van den heer Soek is, de hoefsmederij van Van der Slooten en verder, een sloot tot afsluiting van groote warmoezierstuinen van parti culieren, eveneens doorloopend tot den Hooge Wal. Aan de andere zijde liep ook een sloot langs den muur van den paleistuin. De eerste dier warmoezierderijen be hoorde aan Van Dijk. Zij begon op het terrein waar later een groot hofje werd gebouwd met aardige huisjes en tuintjes en breed middenpad. Daar verrijst nu de schoone R. K. Kerk van den H. Jacobus. De toren van de Kloosterkerk zag boven dat alles uit. Het onbebouwde gedeelte van het vrij smalle Nachtegaalspad liep dus, door twee rijen zware boomen beschaduwd en door afbraak van een stuk van het toenmalige Genees kundig Bestuur, (thans Algemeene Rekenkamer). Wanneer men in dien „Hoek van Hope” links omsloeg vond men een huis met tuin dat er (verbouwd) nog is. In dat huis woonde Aartsen, de particuliere kamerdienaar van Willem II, de eenige persoon die te Tilburg bij het sterfbed des Konings stond. Op den Hoek de ingang van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 83