HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS. 77 aan weerszijden door slooten begrensd, tusschen de tuinen van het Paleis Kneuterdijk en de particuliere warmoe- zierderijen recht door, tot den Hooge Wal. In den tuin muur des Konings bevond zich een toegang voor schuiten die naar de tuinslooten leidde. Tegenover het Nachte- gaalspad lag het Willemspark eveneens tot het Paleis behoorend. Als we vervolgens links omsloegen (met de andere zijde van het Nachtegaalspad hebben we hier niets te maken), moesten we een brug passeeren over de sloot langs de tuinsloot van het paleis en vonden dan weder den tuin muur, doorloopend tot het Haagsche veer. In dien tuin muur bevond zich een groot dubbel ijzeren hek, recht over de middenlaan van het tweede gedeelte van den paleistuin, met mooie boomen beplant en waardoor men rechtuit den achtergevel van het paleis zag liggen even als nu nog uit de Amaliastraat. Tegenover dat hek had Koning Willem II een brug doen slaan over den Hooge Wal, waardoor hij toegang had tot het toen geheel afgesloten en voor het publiek slechts nu en dan toegankelijke Willemspark, geheel en al tot het Paleis behoorende en met slingerpaden doorsneden, vol prieelen, en met beelden, vazen, zoowel van binnen als rondom versierd. De twee groote bronzen honden die men zich nog wel herinnert van Scheveningen, benevens de kolossale vazen en liggende herten behoorden voorheen tot de versieringen van het Willemspaik. Die mooie bronzen honden zijn bij een stormvloed met het bordes bij het badhuis door de zee verzwolgen en noch van steenen bordes, noch van de honden is ooit een spoor teruggevonden. De honden lagen bij de hekken tegenover de manege (thans Willemskerk), de herten lagen bij die aan de Zeestraat tegenover de Bazar van D. Boer en de vazen stonden aan Schuddebeurs thans Javastraat. Die

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 85