DE JURISDICTIE-GESCHILLEN. 2 hoichste Overicheyt donneert, enz.” Toen Paulus Buis in 1587 hetzij met of zonder voor kennis van Leicester te Utrecht was gevangen gezet, wendden zich zijne vrouw en kinderen en vrienden met Burgemeesters en Regeerders van Leiden (van welke stad Dat de Staten van Holland plakkaten op de drukpers in die provincie maakten ligt in den aard der zaakzij toch waren na den dood van Prins Willem I met souverein gezag bekleed. Enkele jaren na ’s Prinsen overlijden bezigden zij in octrooien een uitdrukking, die alleen door Souve- reinen werd gebruikt, namelijk: „uit onzer regten weten schap, volkomen magt en autoriteit”, en niet veel later, reeds in 1615 werd hun aanspraak op de souvereiniteit nog duidelijker uitgedrukt, door deze woorden: „uit onser rechter wetenschap, volkomen macht en souveraine au toriteit.” Maar op welk recht steunde de bevoegdheid van de Alge- meene Staten en van het Hof om plakkaten, in Holland geldend uit te vaardigen? Men zou meenen, dat het van zelf spreekt, dat in één land, slechts één Souverein kan bestaan. Maar in de Republiek was het anders. Want hoewel de Staten van Holland openlijk verklaarden te zijn de Souverein van dat gewest, matigden de Staten-Generaal, ook al na den dood van den Prins, zich de souvereiniteit aan over al de geünieerde Provinciën en werden zij ook als zoodanig erkend. Dit kan door een aantal feiten worden gestaafd. Reeds bij gelegenheid van den dood en de begrafenis van den Prins, verklaarden zij: „dat zij verstaen te wesen, nu ter tijt de Eloogste Overigheid.” In het plakkaat van 19 Nov. 1586 omtrent het verkiezen van nieuwe magistraats personen in Leeuwarden, zeggen zij: „Soo hebben wij, Staten Generael, representerende de souverainité ende van de geünieerde Provinciën, geor-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 8