8i HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS. twee hoektorens vlak aan de straat waren schilderhuizen uitgespaard. De torens waren van onderen door hekken en ramen, waarvoor eveneens hekken, afgesloten. De ver dieping rustte op een enkelen zwaren middenpijler en aan de tuinzijde bevonden zich dienstlokalen en deuren. Men kon van de straat de geheele benedenruimte doorzien. In een der hoeken bevond zich de trap naar de verdieping, die zich om een spil wentelde, vrij hoog was en van de straat af onzichtbaar. De gewelven waren zoogenaamde ster gewelven. Aan dien toren sloot zich een dito galerij aan, loopende rechtuit in de richting Heulstraat als reeds be schreven, eveneens met kanteelen gedekt en voorzien van vier contraforten die zich boven de kanteelen verhieven en die met gothische torentjes bekroond waren. Tusschen die contraforten, de open ramen en daarachter aan de tuinzijde, de open bogen. Nu volgde, juist achter het standbeeld van Prins Willem I een fraaie vierkante toren met zeer hoogen spitsboog, gekroond door een steenen balustrade en vier hoektorens met spitsen afgedekt. Alles van hekken voorzien. Dat mooie ruiterstandbeeld is ter plaatse waar het nog staat, door Koning Willem II opgericht. Het is gemodelleerd door den comte de Nieuwer- kercke en is gegoten in twee stukken, nl. het paard en de ruiter met zadel, op het paard sluitende. Ter gelegen heid van de onthuldiging op 17 November 1845 hadden groote feesten plaats, er deed zich op een tribune een groot zangkoor hooren, terwijl Willem II en de Prinsen, omringd door een schitterenden staf, allen te paard, naast het beeld, het groote défilé bijwoonden. Die plech tigheid is vereeuwigd op het groote doek van Cottrau dat eertijds op het bordes van de eeretrap binnen het Paleis hing en dat zij, die een paar jaren geleden de tentoonstelling van die Haghe op Buitenrust bezochten, waar het ten toongesteld was, zich nog wel zullen herinneren. Den 6

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 90