82
HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS.
men op een groote
en ijzer en van binnen
Daarvoor een voortuin
avond van dien feestdag, was al wat van buiten van
het Paleis te zien was, langs alle lijnen schitterend met
gas verlicht. Boven den middentoren achter het beeld,
prijkte met kolossale letters „God is met Nederland”.
(Men weet ’t waren toen woelige tijden). Zulke illumi-
natiën liet de Koning vele malen ontsteken, wanneer
er groote hoffeesten waren, waarover zoo straks meer.
In het Voorhout stond indertijd een buitengewoon groote
gothische eerepoort met drie doorgangen, schitterend ver
licht, vlak vooraan tegenover het front op den Kneuterdijk,
terwijl de alleés eveneens versierd en verlicht waren.
Van den middentoren voerde een galerij als omschreven
naar een achtkanten toren, de zuidertoren, geheel gelijk
aan dien van den anderen kant van het complex ge
bouwen en grenzende aan het huis v. Wassenaar en
die dus stond tegenover het gebouw naast het Paleis,
waarin nu is gevestigd de Hoofdadministratie van het
Kroondomein.
Door de galerijen heen, zag
Oranjerie, opgetrokken van glas
door slanke kolommen gestut,
waar, tegen den zijgevel der Gothische zaal, de oranjerie
zich verhief.
De fraaie kastanjeboom, die nu de Paleisstraat versiert
en waar omheen een bank is getimmerd, stond in den
paleistuin en trok reeds toen de bewondering.
Het huis van Wassenaar op den hoek van de Heul-
straat, was een vrij eenvoudig gebouw; later is de gevel
eenigszins in overeenstemming met de galerijen en torens,
gewijzigd en van kanteelen voorzien. Het heeft lang ledig
gestaan totdat er het Secretariaat van de Commissie tot
verevening der Nalatenschap van Willem II, die jarenlang
werk had, in gevestigd werd. Tegenover het tegenwoordige
Paleis in het Noordeinde stond nog een zeer groot ouder-