85 HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS. het bordes optenemen en dan zoo het Paleis te verlaten. Later zijn op de groote binnenplaats twee nooddeuren met houten trappen ter weerszijden van de danszaal aangebracht voor brandgevaar. Onder de galerij grenzende aan de gothische zaal, loopt een gang met eenige treden afdalende, die toegang geeft tot den tuin. Ten tijde van Koning Willem II werden langs dien weg de schildwachten, die des nachts de achter zijde van het paleis bewaakten, afgelost. Nog waren er een paar kleinere binnenplaatsen, één achter de woningen van het personeel in de Heulstraat, één achter het huis Wassenaer en nog een kleine in het oude gebouw waardoor gangen verlicht werden; bij de laatste een geheime trap voerende van de particuliere vertrekken van Willem II, tot de op de ie verdieping gelegene appartementen van Koningin Anna Paulowna; die trap is in lateren tijd gedeeltelijk afgebroken. Wat men uitwendig in den kleinen afgesloten tuin in het Noordeinde zag, stipten we reeds aan. Nu de achterzijde van het paleis met de groote tuinen. Die achterzijde waarvan de oranjerien zijn afgebroken, kan men zien door het hek in de Paleisstraat naast het dubbele bordes van de gothische zaal. In het oude gebouw bevonden zich in den uitspringenden hoek, links het slaapvertrek van Z. M. en verder zijn particuliere vertrekken, waarboven de vertrekken der Koningin; boven rechts een eetzaal en vervolgens galerij en de gothische zaal. Het dubbele bordes dat men aan het einde van de gothische zaal opmerkt, kwam toen uit in een groote met schuine zijden gebouwde zaal waaruit een gesloten gothische galerij linksrechtuit tot den noorder toren in het Noordeinde voerde. Van deze zaal dient nog het volgende gemeld. De constructie was be doeld als brandvrije zaal, om ingeval van nood kostbare

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 95