87 HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS. van Van Hoven kan men zich denkbeeld maken hoe het park er ongeveer teruggevoerd. In dat grasperk ligt onder een rozeboom, het laatste lievelingspaard van Koning Willem II, dat sedert lang „gepensioneerd” was, begraven. Rechts van dat grasveld vindt men tegen den eindmuur der gothische zaal een witmarmeren gedenksteen met gulden ingebeitelde inscriptie in lijst met glas gevat. Op dien steen staat het geen volgt: „Gebouwd en eerste steen gelegd door Z. K. H. Willem, „Frederik, George, Lodewijk, Prins van Oranje Nassau „enz. enz. op den heugelijken geboortedag van H. D. Z. „eersten kleinzoon den 4en September des jaars 1840.” Willem II verafgoodde dien kleinzoon. Hij kon er later meê op zijn arm door de tuinen loopen, nam hem op dezelfde manier mede naar de bouwerij, of wel hij stoeide met het kind en rolde er menigmalen mede door het grasperk achter het Paleis. Boven op de galerij, die het oude paleis met de gothische zaal verbindt, was, zooals wij reeds hebben medegedeeld, speciaal voor Koningin Anna Paulowna een bloementuin aangelegd. Op het grasveld achter het huis door paden omringd, volgde een tweede, dat lager lag en waarin men langs een viertal hardsteenen trappen afdaalde. Aan weerszijden van die trappen stonden kolossale beeldende Graven van Egmond en Floorne. Die beelden werden na de afbraak bewaard in een magazijn van de gemeente in de Zand poort Z. O. Buitensingel. Ze zijn later, daar ze gemaakt waren van zoogenaamd staf, dat hoewel geverfd, op den duur niet tegen de buitenlucht bestand is, tot puin ineen gestort. In het Park stonden hier en daar nog andere versieringen. In ’t genoemde tweede grasperk graasde een Javasche karbouw. Uit de schetsteekeningen het best een

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 97