UIT DE PROTOCOLLEN DER HAAGSCHE NOTARISSEN. 95 Maerten Jansz van ’s-Heeraertsbergen, herbergier op de Cingel in’t cleijne Swaentge, Jan van Veelen, herbergier in Gorcum op de Plaets, Cornelia van Rijnevelt, weduwe van Jacob van Banchem, herbergier in de Casteleynie voor soo veel haer aen- gaet den Staten impost, Jan Jacobsz, herbergier in de Sint Joris Doelen, Barthout Gerritsz van Winden, herbergier in de Bell aen de Leytsche wagens, Anthonette de Gier, laest weduwe van Pieter de Reeckenaer, herberch houdende in den Toelast op de Marct, Adriaentge Jans, weduwe van Pieter Hartgers, herbergier in de Clock, Franchoys Verwij, herbergier in de Cloveniers Doelen, Davit Crijnen, herbergier op de Cingell, Jop van der Poll, herbergier in ’t Wapen van Haerlem, Dirck van Eyck, herbergier in Samson in de Pooten, Franchoys de Heij, herbergier in de Drie Haringen achter Stadthuys, Jacob J), herbergier op de Marct in de Colder, Phillips Roomersz, herbergier in de Wijnberch, Cornelis Symonsz van Steen voorden, herbergier in’t Cort Achterom in Londen, Eduwaert Woet, herbergier in ’t Huys van Nassau in de Papestraet, Jacobus de la Samme, herbergier op de Cingel in de Dubbelde Sleutels ende Ferdinandus Gievel, herbergier in ’s Haechs herberch, alle burgers ende inwoonders alhier in 's-Gravenhage, dewelcke verclaerden geconstitueert ende machtich gemaeckt te hebben, als sij constitueren ende machtich maecken bij desen St. Joris de Caulery, mede herbergier in de Swaen op de Plaets, alhier in ’s-Gravenhage specialicken omme hen comparanten beneffens den geconstitueerden mede de vorigen in den processe ende questie, die hij geconstitueerde voor schepenen, com missarissen van ’s-Gravenhage alreede geinstitueert heeft tegens Johan van Neurenburch als collecteur ende gemachticbde van de pachters van den impost, mitsgaders excijs ende societeyt van wijnen over den Haech ende Haechambacht van voorleden termijn, nopende, dat d’selve collecteur van hen comparanten ende geconstitueerde op yder ocxhooft Fransche wijn ende poyson, 't sij root ofte wit sijn affneemendc meerder als d’ ordonnantie op den impost van de wijnen bij de Ed. Groot Moog Heeren Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt geëmaneert, namentlijck voor den impost van een ocxhooft drie gl. 4 st. ende van Sociëtijts ende Haechs exeys sestien stuijvers, maeckende sulcx ’t saemen vier guldens ende voor den impost Sociteyts ende Haechs exeys eene gulden x stuvers van ’t poyson. Dienvolgende haer comparanten respective J) Oningevuld.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1908 | | pagina 104