UIT DE PROTOCOLLEN DER HAAGSCHE NOTARISSEN.
II5
Fol. 85.
Ten oirconde
P. v. Groeneweghen, not. publ.
Protocol van notaris P. van Groenewegen.
Op huijden den voorss. tweeden September 1645 hebbe ick
dese voorenstaande insinuatie ten versoucke alsvooren in
presentie van Bastiaen Pieterss, van der Veen ende Pieter
van der Veen, als getuijgen, naer zijn forme ende inhouden
gedaen aen den persoon van den voorss. Abram van Maerlen,
dewelcke tot antwoort gaff: „Ick sal voor Schepenen van
’s-Gravenhage verclaren met eede, dat ick aen het ander vrou-
persoon eerder verlooft ben geweest, dan aen de requirante.
Nopende 't verder dat de requirante pretendeert van costgelt,
ick hebt haer betaelt en bent haer nyet schuldich en meen
■oock daervan nyet te geven.” Dit is het wedervaren.
Actum uts. bij ons.
Bastyaen Pieters.
huijse van mij ondergescreven, onder pretext van vrijagie,
Js middachs ende ’s avonts gegeten ende gedroncken heeft, ende
nu voorgeeft, dat hij aen seecker vroupersoon tot Delft voor
date van sijne voorss. aen mij gedane troubelofte soude sijn
verlooft. Suit daeromme ghij, notaris, uijt den name van mij
ondergescreven met twee getuijgen u vervougen aen den per
soon van den voorss van Maerlen. Ende hem aenseggen, dat
ick te vreden ben te desisteren van de voorss. aen mij ge
dane troubeloften, indien hij van Maerlen voor Schepenen van
’s-Gravenhage bij solemnelen eede wil verclaren, dat de trou
beloften, die hij aen het voorss. vroupersoon tot Delft gedaen
soude hebben, is geschiet voor date van de voorss. troube
loften aen mij gedaen. Ende in cas van weygeringe van den
voorss. eet te doen, suit hem aenseggen, dat ick mijne actie
van trouwe op hem behoude ende, dat ick deselve van meninge
ben te institueren daar ende soo ick te rade werden sal. Doch
alles onvermindert ende sonder prejuditie van mijn recht totte
repetitie van het costgelt bij de voorn, van Maerle geduijrende
zijne frequentatie ’t mijnen huijse verteert. Alsoo ick in meninge
ben deselve actie tegens hem te institueren daer ende soo ick
te rade werden sal.
Relateert van alles wedervaren in geschrifte.
Actum Hage den tweden September 1645, bij mij
Maria Notten.