DE ’SGRAVENHAAGSCHE BOUWMEESTER PIETER POST. 131 te zoeken en dien het werk op te dragen, en nu munten vele dier besturen juist uit door de karakterlooze gebouwen waarmede zij die vroegere vervingen. Onder den drang naar een eigen huis en naar een eigen buiten-verblijf, zien wij toen in en buiten tal van steden, smaakvolle gebouwen verrijzen en buitens door sierlijke tuinen en boomgaarden omsloten. Bijna ieder bouwde in die dagen, elk Stads-bestuur, elk Kerk-bestuur, elk Godshuis- of corporatie-bestuur, en ieder, wiens middelen zulks toelieten, had toen nog tot ideaal het bezit van een eigen, van een blij vend/<ww«7/ohuis. Prins Frederik Hendrik vooral, ging daarin voor, deze bouwde aan zijn huis of Hof in den Hage en op Honsholredijk, stichtte zijn huis ter Nieuwburch onder Rijswijk en verbouwde en vergrootte zijn kasteelen te Breda, te Buren en te Zuilensteijn. Zijn neef Graaf Johan Maurits van Nassau, bouwde overal waar hij zich bevond, in den Haag, in Brazilië, in Kleef, en de Regenten en Hoogmogenden dier dagen, zij volgden dat voorbeeld en tal van kooplieden en reeders, zij bouwden zich niet alleen pakhuizen, maar ook deftige huizen in en lusthuizen buiten hun woonplaats. Nooit heeft Nederland zoovele waardevolle bouwwerken van allerlei aard tot stand gebracht als in die XVIIde eeuw en nooit is Nederland zoo rijk geweest aan mannen van beteekenis op kunst gebied als toen. Wat baat het u, of ge al kunstenaar zijt en er is en er komt voor u geen werk, ge verdort dan als een bloem zonder water. Met eene bewonderenswaardige gemakkelijkheid zien we tal van Stadsbesturen in die dagen besluiten tot den uitleg hunner Stad, de oude ommuringen met heur poorten én torens én grachten vervangen door nieuwe en doelmatiger verdedigings-werken en daarbinnen, hun Stad dan soms ver dubbelen in grondvlak, en dat alles even onbekrompen als breed opgevat, zoodat wij, die veel kleiner en bekrompener

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1908 | | pagina 141