8
UIT DE PROTOCOLLEN DER HAAGSCHE NOTARISSEN.
Pesser, „commis tot Ravesteijn ende aennemer van de
onderhoudinge van de wercken van fortificatiën aldaer”
voor de schuld verbindt „sijn persoon ende goederen”.
De schuldeischer had dus niet alleen het recht zijn goederen
te verkoopen, maar ook hem zelf te gijzelen (N°. V).
De volgende acte (N°. VI) schijnt bedenkelijker dan ze
in werkelijkheid is. Zij schijnt de koopacte van het ambt
van deurwaarder van het Hof van Holland, waarvoor
door Nicolaes Coning aan den fungeerenden dignitaris
Pieter Nobel 1400 gulden worden betaald. Zelfs verbinden
beiden „tot naercominge van alle t’ gunt voorsseit is”
haerluijder respective persoonen ende goederen”. In
werkelijkheid schijnt de zaak echter anders te staan. De
afgetreden deurwaarder draagt eenvoudig zijn zaak, zijn
clientèle enz. aan zijn nieuw benoemden opvolger over.
Werd het ambt verkocht, dan zou de nieuwe titularis
niet met zijn voorganger, maar met het college, dat de
benoeming had te doen, het Hof van Holland, hebben
gecontracteerd en dus van deze EdelAchtbare Heeren het
ambt hebben moeten koopen.
Dat een weduwe ingevolge het testament van haar
overleden man zich bij notarieële acte een opsicht ende
yoocht”, met volledige volmacht om al haar zaken af te
doen, kon verkiezen, blijkt uit een andere acte (N°. VII).
De volgende stukken hebben betrekking op allerlei
dienst- en leerverhoudingen; zij zijn legio, omdat na
tuurlijk dergelijke contracten veelvuldig moeten worden
gesloten. Nu het arbeidscontract aan de orde van den
dag is geweest, zullen deze oude acten stellig belang
stelling wekken. Allerlei beroepen zijn daaronder vertegen
woordigd. Tweeërlei contracten zijn daarbij te onder
scheiden; vooreerst het gewone arbeidscontract, gesloten
tusschen meester en gezelten andere het leerlingcon-
tract, waarbij een vader, moeder of voogd zijn of haar