POST ALS ARCHITECT VAN PRINS WILLEM III.
verplichting, om van af I Mei van dat jaar zich in ’s Graven-
hage metterwoon te vestigen, waarop hij Haarlem verlaat
en voor goed in ’s Gravenhage komt wonen.
Ligt in de bewoording zijner aanstelling tot „architect
ordinaris” van den Prins de bedoeling opgesloten, dat
S. H. zich voorbehield, om desverkiezend ook andere
bouwmeesters te raadplegen en deze werkzaamheden op
te dragen m.i. wel.
de’sgravenhaagschebouwmeesterpieter post. 153
6e. (8 July 1651). Wilhelm Hendrick, bij der gratiën Godts
prince van Orange, Grave van Nassau doen te weten,
alsoo wij bij deliberatie en goetvinden van haere Con.
Hoocheijt, mitsgaders van Haere Hoocheit de princesse
Douariere van sijne Churfurstel. Doorluchticheijdt van Bran-
denburch, onse hoochgeroemde Vrouwmoeder, Groot
moeder en Oom, onse Voochden, noodich ende dienstigh
hebben gevonden in onsen dienst te continueren Pieter
Post, schilder ende architect van sijn Hoecht. H. L. M.
onsen fleer ende Vader, soo ist, dat wij bij deliberatie
ende goetvinden als vooren, den voornoemden Pieter Post
hebben gecontinueert ende op nieuw aengenomen, gestelt
ende gecommitteert, als wij hem continueren, aennemen,
stellen ende committeren mits desen tot onsen schilder
ende architect ordinaris van onse Gebouwen, met last
ende bevel omme daerinne alles wel ende getrouwelijck
te verrichten ende uijt te voeren, ’t gene wij van tijt tot
tijt sullen goetvinden hem te ordonneren ende te bevelen,
waer voren wij hem voor gagie, huijshuijre, vacatiën en
teekeningen toevoegen de somme van seshondert Car.
guldens jaerlijcx, inne te gaen metten eersten January XVI
een en vijftich ende sullen hem daarenboven met desen
loopende jaere 1654, soo wanneer hij in onsen dienst