Zie de studie bovengenoemd van den Heer Th. Morren
over „Het Huis Honselaarsdijk”.
z) Zie Oud-Holland, jrg. 1900, bladz. 221.
DE ’S GRAVENHAAGSCHE BOUWMEESTER PIETERPOST. 15 7
Alewijn Claesz. van Assendelft reeds in 1638 een model
had gemaakt, terwijl in 1643 door Dirk de Milde werd
aangenomen voor fl. 63.000 den bouw van een tweede
stalvleugel langs de westzijde van het Huis 1). Behalve
dat werden jaarlijks groote posten voor onderhoud en ver
siering van Huis en hof verstrekt en gedeclareerd door
den reeds genoemden Rentmeester van Naaldwijck ende
Monster, werken waaromtrent mede bij herhaling het advies
van deskundigen zal zijn ingeroepen, zoodat volgens het
ordonnancieboek dan ook in Mei 1640 aan Jacob van
Campen werd uitbetaald de somme van fl. 3500, „voor
gedane oncosten, zoo van huijshuere als onderhout van
sijn persoon, terwijle hij sich alhier in den Hage ten dienste
van Sijn Hoogheijd heeft opgehouden.” In dit bedrag was
waarschijnlijk mede inbegrepen de arbeid door Pieter Post
op verzoek van van Campen voor den Prins verricht. Van
diens werkzaamheden echter in de jaren 1641 tot begin Dec.
1644 voor Honsholredijk blijkt uit de archiefstukken niets,
toch was hij daarvoor bezig, want op 24 Febr. 1641
schrijft hij o.a. aan Huijgens „sal de schilderij van Mons.
Vroom ook vorderen?”. Cornells Vroom toch was bezig
met een stuk voor dat huis, waarop blijkbaar door Post
ter plaatsing gewacht werd en waarvan Vroom op 14 Mei
schrijft: „als dat het stuck gedaen is, so dat het noch
niet heel drooch en is” 2).
Of Post het ontwerp heeft gemaakt voor de twee distincte
woningen, elck ad fl. 19.500 in het voorjaar van 1644 door
Dirck de Milde aangenomen, welke ik echter op de prachtige
gravure in vogelvlucht door Balthasar Floris van Berckenrode
van het kasteel met bijbehoorende tuinen en parken