DE’SGRAVENHAAGSCHE BOUWMEESTER PIETER POST. l6l
belangrijk gedeelte uit ons kunstverleden, want juist in die
kasteden, hebben onze beste meesters op elk gebied der
kunst saamgewerkt, ter vorming van een waardevol en
prachtvol geheel.
HET HUIS TEN BOSCH.
Prins Frederik Hendrik niet tevreden met zijne beide
op eenigen afstand van den Hage gelegen buiten-ver-
blijven, wenschte voor zijne gemalin nog een zomer-verblijf,
een paviljoen in het Haagsche Bosch, waartoe de „Heeren
van de Camere van de Reeckeningen van de Graeflijckheit
van Hollant”, onder wier beheer dat Bosch als Graaflijk
Domein behoorde, aan de Prinses op haar verzoek, bij
besluit van 17 Mei 1645, „heuschelijk een partije (groot iS1^
hectaren) tot dispositie stelden van ’t achtereijnde van
het Haechsche Bosch, om ’t zelve te veranderen soo in
plantaegie als betimmeringe, soo sij ’t zelve ’t haerder
vermaeck dienstich sonde vinden.” Alvorens dat versoek
werd gedaan en ingewilligd had Post reeds een volledig
plan van aanleg opgemaakt en overeenkomstig dat plan
de afmeting en ligging van het af te stane gedeelte bepaald,
dat nu onmiddellijk werd opgehoogd, terwijl op 20 Julij
1645 den Prins in zijn legerplaats te Eecloo het ontwerp
van het huis werd voorgelegd, zooals dit door Post, in
overleg met de Prinses en misschien ook met Jacob van
Campen opgemaakt, en op den isten September werd
reeds den eersten steen gelegd en den 28sten October
van datzelfde jaar voor 48.000 den opbouw aanbesteed.
Tijdens dien opbouw stierf echter de Prins in Maart 1647
en nu besloot de Prinses-Weduwe, den opbouw zóó te
Ter herinnering aan de Vredes Conferentie ten jare 1697 op
het Huijs te Rijswijk gehouden, heeft Anna Beek Anno 1700
uitgegeven verschillende gravures van dit Huis, w.o. 7 intérieurs
gegraveerd door J. van Vianen, alle groot 20 bij 30 cM.
II