164 DE’SGRAVENHAAGSCHE BOUWMEESTER PIETER POST.
geschilderd te hebben en misschien met van Tuiden en
Thomas Willebouts de „Seevictorie” terwijl ook Cesar
van Everdingen, Salomon de Bray, Pieter de Grebber,
Jan Livens en Cornelis Brige' en meer anderen nog aan
de beschildering dezer Zaal hebben gewerkt. Boven in het
gewelf van den koepel rond het portret van Amalia als
weduwe gekleed en met een doodshoofd in de hand, staat
in gulden letters het Latijnsche opschrift door Huijgens
ontworpenAmalia van Solms, de troostelooze weduwe,
heeft aan haren onvergelijkelijken gemaal Frederik Hendrik,
Prins van Oranje, dit hem alleen waardig gedenkteeken
van haren eeuwigdurenden rouw en liefde opgerigt”.
„De Sael van Orange”, zooals zij na de stichting, of
„Het Huis ten Bosch”, zooals het gebouw nu meesttijds
wordt genoemdbestaat uit eene overwelfde en met
eene marmeren bevloering voorziene beneden- en uit twee
boven-verdiepingen, beiden aanvankelijk slechts bestaande
uit een drietal vertrekken ter weerszijden van de Zaal,
alles heel eenvoudig en bescheiden zoo uit- als inwendig
opgevat en uitgevoerd, in Hollandschen baksteen, bijna
zonder gebruikmaking van zandsteen.
Eene breede marmeren trap, hoog 13 treden, bezijden
besloten tusschen met balustrades gesloten borstweringen,
geeft van af het daartoe opgehoogde vóór-terrein toe
gang tot een smal bordes en van af dit, tot de ondiepe
vestibule, de Zaal en hare neven-vertrekken. Alleen
die voorspringende vestibule, de hoogere verdieping ten
balkon dienend, is met het in het gezicht komend Zaal-
gedeelte van buiten iets rijker behandeld en met enkele
guirlandes en festonnen versierd; eigenaardigerwijze
echter heeft Post zgn. welstandshalve goedgevonden,
om in de vóór en achter in ’t gezicht komende zaal-
muur-gedeelten, van boven blinde vensters met luiken