166 DE’SGRAVENHAAGSCHE BOUWMEESTER PIETER POST.
H. door twee O’s verbonden met de grafelijke
van elk dezer een dubbel monogram, bestaande uit de letters
A. en
kroonin de zij-parterres gaf eene breede trap toegang tot
een omhaagd hoog terras, waarop zich een achtkant over
koepeld cabinet van loofwerk bevond, een dankbaar uit
zicht aanbiedend over tuin en bosch en veld. Dit alles
in het voorjaar van 1652 voltooid, was het werk van
Pieter Post, behoudens Jacob van Campen’s aandeel in
de ordonnantie van de beschildering der Zaal, waar
voor deze bij Huijgens op betaling en vergoeding van
onkosten schijnt te hebben aangedróngen, althans Huijgens
schrijft op 28 November 1651 aan de Prinses: „van Campen
m’a prié aujourdhuy que puisque la Salie est achevée
sans qu’il y puisse plus rien contribuer, je vueille supplier
V. A. d’aggréer le service qu’il y a rendu ces années
consécutives, et d’en vouloir faire reconnoistre la peine
comme elle trouvera convenir. Je me souviens de ce que
desja V. A. a une fois faict pour luy, et remets a sa bien-
veillance et discrétion ce qu’il reste d’y adj ouster pour
conclusion. Ce sont choses dont je me mesle peu volontiers,
et me semble que Sherwouters pourroit avoir ordre de
sonder un peu le personnage pour tant mieux faire déliberer
V. A. de ce qui sera de raison. II dit ne pouvoir plus
guères demeurer absent d’Amsterdam, qu’un jour ou deux”.
Dientengevolge schijnt aan van Campen voor zijne bemoei
ingen voor de Zaal opnieuw een bedrag van fl. 2000 te
zijn uitbetaald, zegt Mr. J. D. Veegens, in zijne „Stichting
der Oranjezaal”,2) waaraan deze brief ontleend is.
Post gaf, na daarvoor reeds dato 17 Martii 1649 octrooi
te hebben verkregen, op 1 Martii 1655 een plaatwerk uit
t) Deze beschrijving is gegeven naar het totaal-plan van het
Huis door Post geteekend en toegelicht.
2) Historische Studiën dl. I p. 278.