DE ZAAL VAN DE STATEN VAN HOLLAND. DE’SGRAVENHAAGSCHE BOUWMEESTER PIETER POST. 171 Moritz” noemt, de man, die blijkbaar ten opzichte van den Hollandschen bouwmeester en ingenieur Cornells Rijckmaert, die mede in Maurits’ dienst was, dezelfde positie innam, als Jacob van Campen indertijd ten zijnen opzichte. In den bouw van Maurits’ Prinsen-hof met lusttuin te Cleef, in dien van het slot Sonnenburg en in den uitleg en ver betering der Stad Cleef werd, volgens Galland, Post zakelijk betrokken en was hij het, die daarvan de eigenlijke ontwerper was. Dat Johan Maurits, voor wien hij als architect tot aan het einde van zijn leven werkte, hem inderdaad waardeerde, blijkt ook uit het feit, dat Zijne Excellentie op 12 December 1645 in de St. Bavo te I-Iaarlem met Post’s moeder, Fransijntje Peters, als getuige optrad bij den doop van een zoon van Post, die toen naar Z. E. den naam Maurits ontving. Het was die zoon, die tot architect opgeleid, zijn vader opvolgde niet enkel als architect van den Prins van Orange, maar ook als architect van Johan Maurits, den Stadhouder van Cleef. Hoezeer met de minderjarigheid van Prins Willem III een stilstand in zijn werkkring met vermindering van tracte- ment was ingetreden, was diezelfde minderjarigheid toch de oorzaak, dat hij nu in een belangrijk bouwwerk voor de Staten van Holland werd betrokken. Die Heeren toch, wier macht en beteekenis in dit Stadhouderlooze tijdperk, grooter was dan ooit, besloten nu hun oude Raadkamer, de beneden-zaal gelegen aan den Vijver langs de noorde lijke galerij van het Binnen-hof, te vervangen door eene nieuwe, eene ruimere en betere Zaal en door eene Zaal voor de Gecommitteerden met bijbehoorende vertrekken en trap. Den acn October 1651 kwam in beraadslaging „of niet de Vergadering van haer Edel Groot Mogenden

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1908 | | pagina 182