172 de’sgravenhaagschebouwmeesterpieter post. dient te werden voorsien van een commodieuser ende aensienlijker plaetse als wel is de jeghenwoordige” en werd in beginsel daartoe besloten. Den igen December legde de pensionaris Johan de Witt reeds modellen over tendeerende het nieuwe werk, waarvan in de vergadering van 3 Februari 1652 de specificatie en kostenbegrooting werd ingediend. Toen echter besloot men om ten aanzien dier plannen, die blijkbaar waren opgemaakt door Piéter Aronszoon Norwits, den contrerolleur of bouwmeester van den Hove van Holland, eerst nog het advies van eenige andere architecten in te winnen, van daar, dat de Witt zich toen in betrekking stelde met Pieter Post, die ver scheidene verbeteringen in het plan aangaf en een nieuw ontwerp maakte, dat den yen Februari reeds werd goed gekeurd. Aan Post werd alstoen tevens de hoofdleiding van het werk en met Norwits de zorg voor de uitvoering opgedragen. De oude lage gebouwtjes waarin zich vóór dien de Raadkamer der Staten bevond en waarboven en bezijden vroeger de vertrekken waren van de Prinses, waarin reeds meer dan eens brand was geweest, o.a. in 1635 en in 1642, zij werden nu afgebroken en vervangen door het 7 ramen breede, hooge, uitwendig hoogst een voudig gebouw, lang 31.90 M., breed 15.90 M., hoog 24 M., gelegen langs den Vijver, bezijden de noordelijke Binnenhof-galerij en tegen den Stadhouders-toren (zie afbeelding N°. 3). Eene niet overbreede trap geeft van uit die galerij toegang tot de groote Zaal op de boven verdieping, gelegen boven de zaal der Gecommitteerden. Deze laatste groot 12.50 M. in ’t vierkant is hoog onder de door 4 kolommen gedragen geschilderde zolde ring 4.60 M. en sluit aan bij de Besogne-kamer. De groote Staten-zaal lang 21.10, breed 13.20 en hoog onder het segmentvormig houten gewelf 11.60 M. en tot bovenkant kroonlijst 8.60 vloer, is door pilasters en boog-nissen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1908 | | pagina 183