174 de’sgravenhaagschebouwmeesterpieterpost.
de rijk betimmerde schoorsteenen twee allegorische stukken
aangebracht, de Vrede, geschilderd door Adriaen Hanneman
en de Oorlog door Jan Lievensz. Die beide stukken met
de gewelf-beschildering door de schilders A. Wieling en
de Haen uitgevoerd, zij zijn gelukkig nog overgebleven,
doch al ’t overige is in of sedert 1808 verdwenen. x)
Midden in de zaal was een perk van nagenoeg 9 M. in
’t vierkant, omsloten door een sierlijk gesneden baluster,
in ’t welke verscheidene ingangen zijn, voorzien met deuren,
die koperen sloten hebben. Midden in ’t perk staat een
lange tafel, aan welke de Heeren van de Ridderschap en
de Raadpensionaris plaats hebben. Aan ’t einde derzelve
staat de ledige Stadhouders stoel. Voorts staan er nog
twee andere tafels met zitplaatsen voor de Afgevaardigden
der Steden 2).
Op 27 Julij 1657 vertoonde Post „verscheidene afbeel
dingen van de schilderien daermede de solder van haere Ed.
H. Mo. nieuwe Vergadercamer (de zaal der Gecommitteer
den) soude werden geillustreert, alsmede van balustraden tot
de sitplaetse daermede haere Ed. Mo. in deselve Camer
souden werden geaccomodeert”. Er werd besloten de kamer
op de voorgeslagen wijs met schilderwerk te doen illustreeren
en tevens „eenige bequame patroonen van tapijtten te doen
komen waarmede zij kon worden behangen,” en die 10 a 12
gulden de el zouden mogen kosten.
Ofschoon met grooten spoed begonnen, want binnen 3
maanden na de goedkeuring van het schets-ontwerp van
1) Daar de rekeningen van Noord-Holland over het tijdvak
16481660 verdwenen zijn, en die van 1661 en volgende jaren
bijna niets van de Zaal vermelden, mist men de noodige
gegevens betreffende dezen bouw.
2) Aldus ontleend aan de Tegenwoordige Staat, deel XIV
bladz. 119, die tevens een zeer goede gravure der Zaal geeft,
naar eene teekening van C. Pronk van 1741.