DE’SGRAVENHAAGSCHE BOUWMEESTER PIET ER POST. I 75
Post, vóór Mei 1652, waren de benoodigde materialen reeds
aangekocht, duurde het toch eenige jaren alvorens de Zaal
geheel en al voltooid was, van 1661 dagteekent het schoor
steenstuk van Lievens, van 1662 dagteekenen de muur
tapijten, in 1663 of 1664 eerst schijnt het gewelf beschil
derd te zijn, en het schoorsteenstuk van Hanneman is nog
later, van 1669, zoodat Post, werkelijk tot aan het einde
van zijn leven, met dit werk bemoeiingen heeft gehad. In
zijne kwaliteit van „bediende van het Lant” zooals het in
de bescheiden heet, waren de patronen van de tapisserieën
hangende in de Vergaderzaal van de Heeren Staten van
Holland en Westfriesland onder zijne bewaring gesteld,
doch na zijn overlijden door zijn erfgenamen verkocht
aan C. Koppers, mr. borduerwercker tot Delff, van wien
Gecommitteerde Raden in September 1688, dus tal
van jaren nadat zij verkocht waren, die patronen weder
opeischten.
Evenals de Oranje-Zaal is ook de Staten-Zaal gelukkig
bewaard gebleven niet alleen, maar beiden behielden zij
ook, trots de vele Staatkundige veranderingen die ons land
sedert onderging, hare oorspronkelijke bestemming, en
de Staten-Zaal, zij dient nu tot vergaderzaal voor de leden
der Eerste Kamer. Wel verloor die Zaal grootendeels hare
vroegere versiering en ook haar vroeger ameublement, en
is zij thans door groote tribunes, tegen hare eindwanden
aangebracht, ontsierd en verkleind, doch het gebouw in
zijn geheel en in zijn uitwendig voorkomen is onveranderd
gebleven; de groote tegenstelling echter die het vroeger
aan de Vijver-zijde vormde met de kleine gebouwtjes van
allerlei gedaante en afdekking welke zich toen daartegen
aansloten, is met die gebouwtjes verdwenen (zie afbeel
ding N°. 3). Ook aan de Binnenhof-zijde domineert die
Zaal niet meer zooals in de XVIIde eeuw, bijna alle ge
bouwen aldaar toch zijn sedert vergroot en verhoogd,