UIT DE PROTOCOLLEN DER HAAGSCHE NOTARISSEN. II Bij het volgende contract doet Francoijs van Ackerlack, koopman te Dordrecht, zich zelf in de leer bij den Haag- schen suikerbakker Anthonij Couck (N°. XIII). In drie of vier weken zal deze zijn leerling „de gantsche weten schap ende conste van ’t suijckerbacken, sulcx hij d’zelve heeft volgens d’memorie hem daervan overgelevert” onder wijzen, „hem wijsen ende leeren maecken alle de stucken in de voorss. memorie begrepen, ende alsdan oock daer- toe hem laten alle de patronen ofte formen van dien”. De „conste” was blijkbaar een zeer kostbaar geheim; de suikerbakker moest ten minste belooven, „dat hij, noch zijne huijsvrouwe ofte zijnen sone Stephen Couck, de voorss. conste hier in Hollandt, nochte in ’t sticht van Utrecht aen niemant meerder zullen leeren, maer allene aen hem Ackerlack.” Blijkbaar had deze dus plan zich, vermoedelijk te Dordrecht, te vestigen en vreesde hij concurrentie. Dan komt een contract tusschen een schilder en zijn leerling (N°. XIV). Adriaen Bosch is niet een van onze groote meestershij is evenwel als lid van het Haagsche St. Lucasgild bekend en heeft blijkens het hier afgedrukte stuk leerlingen gehad. Hij neemt den 27 Augustus 1624 Willem Harmenss. als zoodanig aan en belooft hem „in alles naar behooren ende zooveel hem mogelick sal zijn te instrueren ende de conste te leeren.” Daarentegen zal de leerling zijn meester „met alle getrouwicheijt ende met behoorlicke naersticheit dienen ende doen, hetgene hij sal connen ende van hem gerequireert sal werden.” Drie jaar zal hij Bosch dienen en daarvoor een met het jaar stijgende belooning verdienen. Dit stuk illustreert dus aardig de leerverhouding der schilders van dien tijd. De leerling betaalt geen leergeld aan den meester, maar omge keerd geeft deze den eerste loon voor de door hem te praesteeren diensten. De leerling begint met de verven te

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1908 | | pagina 18