DE’SGRAVENHAAGSCHE BOUWMEESTER PIETER POST. l8l
WOONHUIZEN TE ’S GRAVENHAGE DOOR POST GE
BOUWD.
In ’s Gravenhage van Mei 1646 af metterwoon gevestigd,
vinden wij hem daar reeds vóórdien, bezig met den bouw
van een woonhuis voor den griffier van den Nassauschen
Domeinraad Laurens Buysero een woonhuis gelegen aan
den Boschkant en den zuidelijken hoek van het Korte
Voorhout, van welk huis Jacob van der Does in zijn dicht
stuk ’s Graven-Hage, getuigd
„Voor al, soo mach elck een, die lust heeft om te Bouwen,
Het Hoekhuijs wel doorsien en niet ter loops aenschouwen:
Want die dat heeft gesticht die thoont aen alle kant,
Dat hij getimmert heeft met oordeel en verstant,
den aanleg van den bijbehoorenden Hof ter zijde stond.
Huijgens zegt in zijn Koren-bloemen over dien bouw
„Dit hijlick sloot ick soo en noijde Post tot Speelman,
Die maeckte d’ondertrouw, en quam’ er wat krackeel van,
’t Wierd op ’t papier geslicht, en, naer een soet gekijf,
Vergaderde ’t gemack en ’t fraeij, als Man en Wijf”.
Niettegenstaande Post het kleine in-eenvoudige, doch
doelmatige en zuinigheidshalve drie verdiepingen hoog
huis ontwierp en bouwde, ,,’t Hofwijcker kasteel, daer ik
te roest in gae, ’t weuninckje sonder gemarmerde saletten
of van dien nieuwen snoff „Camenetten, pronck-cellen
voor een Prins, met borden en met leer op ’t Haeglickst
versien”, toch deed Huijgens niets, of van Campen werd
vooraf geraadpleegd, het geheele plan, alles, werd met
dezen eerst nog besproken. Huijgens wensch, dat zijn na
kroost zijn Hofwijck, nimmer aan vreemden zou verkoopen,
is niet geëerbiedigd; wel is het tot nog toe blijven bestaan
en onder zijn opvolgende bezitters behoorde in het midden
der XlXde eeuw Mr. Groen van Prinsterer.