UIT DE PROTOCOLLEN DER I-IAAGSCHE NOTARISSEN.
betreft, „na de expiratie van de voorsseide vijff jaeren
ende ses maenden belooft den voorsseiden van Diese aen
den voorsseiden Felicx Soetens te sullen betaelen de somme
van t’ sestich guldens eens, sonder meer” (N°. XVIII).
Zwaardvegers komen meer voor in de Haagsche nota-
rieële protocollen. In het volgende contract (N°. XIX)
doet een vader zijn zoon bij een Haagschen zwaardveger
in de leer voor den tijd van vijf jaren. De jonge man
zal niet alleen „cost ende dranck naer behooren” krijgen,
maar ook „cragen ende neusdoecken, als zijne cragen
ende neusdoeken, dien hij jegenwoordich heeft, versleten
soude mogen zijn.” De vader zal echter zijn zoon voor
zien van „clederen, kousen, schoenen ende hemden ende
voorts ’t ghene ’t sijnen lijve hoort, naer behooren.” De
bewassching komt daarentegen voor rekening van den
zwaardveger, die den jongen behalve zijn vak bovendien
teekenen, schrijven en rekenen zal leeren. Hij zal voor
den vader van zijn leerling den degen verzilveren en hem
bovendien een „wachtdegen” leveren; maar daarmede
zullen dan alle pretensiën uit de wereld zijn. Mogelijk
werd in dat geval de zoon bij den zwaardveger in de leer
gedaan om een oude schuld te delgen.
In het volgende contract (N°. XX) doet de Haagsche
zwaardveger Leendert van der Ka zijn zoon Huybert bij
zijn vakgenoot Jacob Truweel in de leer voor den opval
lend korten tijd van één jaar. De patroon zal den leerling
„leeren ende instrueren op allerley werck van uythouwen,
vijlen, biessen ende anders, niets uytgesondert, aen het
swaertvegen principalijck dependerende.” Maar daaraan
was deze eigenaardige voorwaarde verbonden „mits dat
al hetgene sijns van der Ka soone, in voegen als vooren
compt te wercken, int geheel sal sijn ende comen ten
proffijte van hem Leendert van der Ka”, die dan ook voor
materialen en gereedschappen moet zorgen. Hij zal verder