198 DE’sGRAVENHAAGSCHE BOUWMEESTER PIETER POST.
Mede was Post betrokken bij de vergrooting van het
anno 1661 te Delft gebouwd Wapen- of Ammunitie-huijs,
althans den i4en Februari 1667 wordt hij gelast „een bestek
te maecken van het geprojecteerde werck te Delft ter plaatse
van de daartoe ad fl. 2.000 gekochte loijerij.” Iets meerders
heb ik echter hieromtrent niet kunnen vinden, waarschijnlijk
was het ook met Post, dat in 1665 werd overlegd eene
plaats tot voorsiening in een Corps de Garde voor de
Ruiterij in den Haag, en werd hem dit werk daarna opge
dragen; of de Bibliotheca Thysiana op het Rapenburg
te Leiden in 1655 gebouwd, mede door Post is ontworpen
van Post is uitgevoerd en uit eene aanteekening van Mr.
de Roever, gevonden in de acten van 1660 van Notaris
N. Henricx, dat Arent Heemskerk, timmerman te Rijswijk
heeft gemaakt voor fl. 1250 fl. 150 als ’t goed wordt
afgeleverd, de spits of naald van den kerk-toren in de
Beemster, naar eene teekening van den architect Post.
Ook het Geschut-giethuijs, dat de Staten-Generaal van
Holland en West-Friesland in de jaren 166568 alhier
aan den Nieuwen Uitleg en de Prinsesse-gracht deden
bouwen, schijnt gemaakt naar het ontwerp en bestek van
Post, welke bouw, te oordeelen naar de groote bedragen
hem daartoe bij herhaling door den Ontvanger-Generaal
in de jaren 16666768 verstrekt „om te dienen tot
soodanige nootsaeckelijckheden als tot bestellinge van het
nieuwe geschuthuijs,” of wel, „tot betaling van arbeijders”
door hem blijkbaar geheel in eigen beheer is uitgevoerd.
Met zijn eenvoudig behandelde voorgevel op een klein
plein iets terug gezet, is het, trots zijn wat al te forsch
behandeld beeld- en wapen-werk boven den hoofd-ingang,
toch een gebouw met karakter, hoezeer het door lateren
aanbouw en vooral door het verlies zijner kruis-vensters
niet gewonnen heeft.