202 DE’s GRAVENHAAGSCHE BOUWMEESTER P1ETERP0ST.
Huijs in’t Boss met bijbehoorende thuijn en graft van af 1645,”
bewaard onder de collectie kaarten van het Rijks-Archief
5e. vier teekeningen, elk groot 45 bij 32 c.M., te zamen
vormende het ontwerp eener kleine Protestantsche kruis
kerk met toren, de overwelfde kruis-armen als halven
achthoek gesloten, een ontwerp gedagteekend 1652, 10 18;
eene kerk, volgens mededeeling van den Heer A. W.
Weisman x) bestemd voor de Klundert; teekeningen met
eene groote collectie boek- en plaatwerken door wijlen den
architect Godefroij van Amsterdam indertijd aan het Rijks-
Museum gelegateerd. Het is een hoogst eenvoudig, karakte
ristiek Protestantsch kerkje, waarvan het denkbeeld waar
schijnlijk bij Post gerijpt is, door den bouw der Nieuwe kerk
op het Spui te ’s Gravenhage, door Pieter Arendszoon Norwits,
Contrerolleur van den Hove, in de jaren 164956 gebouwd;
6e. twee gevelteekeningen in kleur, groot 42 bij 33 c.M.
van de nieuwe waag te Leiden, gedagteekend 1657, 8/29.
En hiermede is het werk van onzen bouwmeester, voor
zooveel ik dit heb kunnen opdiepen, beschreven, thans
rest nog de vraag, welke plaats hij inneemt in de ge
schiedenis onzer bouwkunst, en wat wij van zijn huiselijke
omstandigheden weten.
DE BETEEKENIS VAN POST VOOR ONZE KUNST.
Welke plaats komt hem toe onder zijn tijdgenooten en
in de geschiedenis onzer bouwkunst?
De nieuwe kunst, de z.g.n. Renaissance, welke tegen het
midden der XVR eeuw, en vóórdien reeds door behulp
van onze schilders en beeldhouwers, van onze goudsmeden
en koperslagers, van onze schrijnwerkers en tapijtwerkers,
in hun werkplaatsen en in hun werk, de oude of midden-
eeuwsche Kunst geheel of ten deele had verdrongen, die
x) Zie zijne studie overP. Post in „De Opmerker" jrg. 1907, N°.5o.