nieuwe kunst, zij wist tegen het midden dier eeuw van uit die kunstvakken en van uit de £Z«w-kunst, zich in te dringen in de bouwkunst, welke tot dusverre nog zoo constructief mogelijk haar eeuwen ouden weg was blijven bewandelen, al had ze van lieverlede dan ook haar tooisel, haar ornement, reeds eenigszins gewijzigd. Doch het werd nu allengs een bewijs van goeden smaak, van eene beschaafde kunstont wikkeling geacht, in bouwheer zoowel als bouwmeester, om op die oude kunst aftegeven, deze met minachting te behan delen, haar te gaan uitschelden zelfs en om de nieuwe kunst te bewierooken, en deze allerwege het welkom toe te roepen. Door middel van tal van boek- en plaat-werken toch van allerlei aard, drong zij, die nieuwe kunst nu door, tot in alle vakken, tot in alle werk-plaatsen, tot op alle werktafels. Een nieuw soort van artist, de ornemantist, was er nu ont staan, half schilder en half teekenaar, of wel half goudsmid of half beeldhouwer of half graveur en half teekenaar, en al naar deze nu in ’t een of ’t ander vak meer of min degelijk ontwikkeld was, zich daarin dan ook het beste uitend; welnu, die nieuwe artist, hij schiep en fantaseerde nu voorbeelden, patronen, hij maakte nu model- en wwafe-boeken voor elk onderdeel der nieuwe kunst; voorbeelden, die gegraveerd en gedrukt, wijd en zijd, bij kleine afleveringen van 612 platen, hun weg zochten naar de gildekamers en naar de gildebroeders. Zoo kwamen er nu zworfr-prenten, aanvan kelijk voor goudsmeden en drukkers, doch allengs ook voor meubels en huisraad, reeds spoedig ook voor beeldhouw werken, grafzerken, fonteinen en schoorsteenmantels, ein delijk zelfs voor geheele bouw-onderdeelen, voor hoofd ingangen, balkons, terrassen, galerijen, trappen, vóórhuizen, dakvensters, ten slotte zelfs voor geheele gevels en torens in allerlei vormen en variëteiten en afmetingen, ’t werd inderdaad een „voor een elck wat wils.” Met dat gevolg, dat reeds spoedig een schilder of beeld- DE ’s GRAVENHAAGSCHE BOUWMEESTER PIETER POST. 203

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1908 | | pagina 227