Inderdaad uit zijn bouwwerken spreekt weer het Hol- landsche karakter, dat wij bij de Keijser en bij van Campen voor een grooter of kleiner deel missen. Door het deftig- eenvoudige, het bescheiden-rustige, het niet overgroote en goed geproportionneerde, door het geheel ondergeschikte en het sobere zijner versieringen, door het gebruik van baksteen, het materiaal van eigen land, door onze Renais sance, in navolging van elders, aanvankelijk als minwaardig materiaal ter zij gesteld, en door die baksteen nu met bergsteen zaam te verwerken, wist Post van zijn werk, weer beteekenis, die voldoende gesteund door ervaren practici inderdaad in staat was om grootsche bouwwerken tot stand te brengen, maar, hij vergat dat hij niet in Italië was, hij vergat bij zijn Stadhuis-bouw het land én de Stad én de plaatsen ten deele ook het doel waarvoor hij bouwde, ten eenemale opgaande in zijn schilders-architectuur-begrip. Pieter Post (16081668) nu, was juist de man, die een van Campen aanvulde, en aan de richting door dezen aan de Architectuur gegeven, het te veel ontnam en haar tot eenvoudiger vormen terugbracht. Post gaf aan onze Architectuur geen andere richting, hij bracht haar niet terug in heur eeuwen oude doch ter kwader ure geheel verlaten bedding, dat kon helaas niet meer, maar hij gaf haar ten minsten, zoo veel mogelijk althans, weer een Hollandsch cachet. Dr. Galland zegt dan ook terecht: „Post stieg oft und gerne von ’dem erhabenen Postamente von Kampen’s herab” en Auguste Schotj, roemt in zijn werk: „Histoire de l’Influence Italienne sur [’Archi tecture des Pays-Bas” zeer juist: „la sobriété de son style, la discipline de ses lignes, l’ampleur de ses motifs d’orne- mentation et la bonne entente des proportions qu’il semble avoir particulièrement voulu réproduire et la simplicité de ses ordonnances antiques.” DE’SGRAVENHAAGSCHE BOUWMEESTER PIETER POST. 205

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1908 | | pagina 229