I
210 DE’SGRAVENHAAGSCHE BOUWMEESTER PIET ER POST.
Post getrouwd was, machtigden moeder te begraven, maar
zich verder niet met den boedel bemoeiden.
Pieter Post uit Brazilië in Haarlem teruggekomen op
het einde van het jaar 1637, trouwde aldaar in 1638 met
Rachel Ridders, die hem 6 kinderen, 4 dochters en 2 zoons
schonk, alle in Haarlem geboren en gedoopt en waarvan
de ’t laatst geborene, zijn zoon en opvolger in het bouwvak
Mawits, op 12 December 1645 in de St. Bavo Kerk aldaar
werd ter doop gehouden door en genoemd naar Graaf
Johan Maurits van Nassau. Door zijne aanstelling tot
architect van Prins Frederik Hendrik verplicht om in
’s Gravenhage te wonen, vestigd hij zich aldaar tegen
Mei 1646. Den lyen Mei 1656 kocht hij van Mr. Gillis
Quintijn, advocaat, een huis en erf aan de zuidzijde van
de Amsterdamsche Veerkade, (op den hoek van de Pier
straat) alwaar hij tot aan zijn dood bleef wonen. Van dit
huis, nu N°. 13, zegt eene mededeeling uit dien tijd: „het
was een stevig huis, getuigend van de vinding des bouw
meesters, waar die voor eigen gebruik werkzaam was.”
Jacob van der Does, „de Veer-Kaeij” beschrijvend, zegt:
„Daer nette huijsen staen, en matige gebouwen:
Maer daer l’t geen dese plaets altijdt in eer sal houwen)
Den grootsten Meester in de Bouwkunst heden woont:
De schrandre Post, die soo veel nieuwicheden toont;
Die soo -veel huijsen op ’t papier weet voor te stellen,
Dat hij elck. die ’t maar siet naer timmeren doet hellen,
En groote bouwlust maeckt, schoon dat ser niet en was,
En soo ’t beschimmelt geld doet komen uijt de kas.”
Terwijl er van zijn broeder Frans, de schilder, verschil
lende met zorg uitgevoerde portretten bestaan, bezitten
wij van onzen bouwmeester eigenlijk geen portret, niets
anders dan de afbeelding, die hij ons van zich zelfheeft
gegeven, als ’s Prinsen architect met Gerard van Honts-
horst, ’s Prinsen Hof-schilder, diens lijkstoet volgende, (zie
afbeelding N°. 1).