’s Gravenhage, 30 November 1907.
C. H. Peters.
DE’SGRAVENHAAGSCHE BOUWMEESTER PIETER POST. 2I3
i) Terwijl deze studie reeds in proefdruk stond, verscheen
van de hand van den Architect A. W. Weissman te Haarlem
in de drie laatste Nos. van „Den Opmerker” van 1907 eene
bijdrage over Pieter Post, waarvan ik, waar noodig, dankbaar
nut heb getrokken, doch ik heb mij gewacht om zoowel zijn,
als Dr. Gatland's voorbeeld te volgen, en aan Post werken
toeteschrijven, waarvan de bewijzen ontbreken, dat zij inderdaad
op zijn naam gesteld mogen worden.
Huijgens, den Prins erg ongelegen kwam, want schrijft
hij„S. A. estoit fort faché de la mort de Post.”
Daar Post zoo ik reeds opmerkte, zelf nooit geschreven
heeft en na zijn dood, noch door zijn’ zoon Maurits, noch
door eenig ander vakgenoot, die hem gekend had, zijn
leven en zijn werken zijn beschreven, is deze studie, waarbij
de Heer Th. Morren, mij, voor zooveel het Rijks-Archief en
Dr. A. Bredius voor zooveel de Notarieele bescheiden
daartoe materiaal konden leveren van grooten dienst zijn
geweest, stellig nog in tal van opzichten hoogst onvolledig.
Post heeft hoogstwaarschijnlijk veel meer particuliere
bouwwerken ontworpen en uitgevoerd, dan ik heb kunnen
opsporen, zoodat elke mededeeling tot aanvulling en ver
betering van dat te kort, mij inderdaad hoogst aangenaam
zal zijn en ik mij daarvoor bij dezen dan ook gaarne
aanbeveel.