224 DE REGEERING van ’s gravenhage 1795-1851.
tot 5 Nov. ’95.
en
en
1
Hoey
gebleven
Jan Arnold.
Den 15de!! April werd een Reglement voor den Burger-
raad aangenomen, dat bepaalde, dat er tweemaal weeks
zou worden vergaderd, dat er boeten zouden worden
geheven van wie te laat kwamen of te vroeg Vertrokken.
Behalve de regeling van de taak der comités bevat
het nog die van de taak der wethouders in art. xxvii
„Aan Wethouderen is gedemandeert: alles wat de Policie
„aangaat; desnoods met Concurrentie van ’t Collegie van
„Justitie; het geven van Burgerrecht, kleine Actensvoorts
„alle kleine loopende zaken; dat van Gildens en Buurten,
van den
Adam Johan de Roy
Bogislaus Frederik
von Liebeherr tot 3 Nov. ’95.
werden de volgende comités gevormd
„1°. Committé van Finantie.
2°. Committé der Stadsarmen.
3°. Committé van Fabriquage.
4°. Committé van de Vivres en Inkwartiering.”
April werd als secretaris gecontinueerd
Den 3<Ien
beëedigd
Mr. Johannes Surendonck van
terwijl blijkbaar eveneens in functie was
Mr. Cornelis Felix van Maanen;
het schijnt dat men diens beëediging uitstelde met het
oog op zijn verwachte en den 13 April gevolgde benoeming
tot adjunct-fiscaal van den Hove van Holland. Op den
volgenden dag werd dan ook tot zijn opvolger benoemd
Philippus Carolus Haagen;
den 11 den April was reeds tot amanuensis
secretaris benoemd