i) Voor schepenen was het inschrift: Lid van het Collegie
van Justitie van den Haage, en de voorstelling: een weegschaal
met een zwaard; voor den Hoofdschout: bijlbundel, weegschaal
en zwaard en de inscriptie: Bailliuw en Hoofdschout van den
Haage. De secretarissende inscriptieSecretaris aan den Haage
met aan de keerzijde de voorstelling gevoerd door het Collegie
waartoe zij behooren.
Reeds den 23 Mei 1796 overleed Pieter van Zwieten
en werd, „als zijnde de vorige plaatsvervangers door de
commissie tot regeling der grondvergaderingen om gewigtige
redenen ontslagen” tot lid opgeroepen en den 26 Mei be-
ëedigd als lid van den Raad:
Daniel Uyttenbogaert.
Tot leden van het Comité van Wethouderen werden
gekozen op de vergadering van 2 April
Mr. Nicolaas van Nuys.
Mr. Nicolaas Cornelis Wittert.
Mr. Leonard Thomee ze.
Den 21 Juni namen de leden van den Raad als „distinctly
teeken” aan: een driekleurig lint, waaraan een ovale zilveren
medaille, aan de eene zijde de bundel bijlen en aan de
andere zijde de woorden „Raad der Gemeente van den
Haage” gegraveerd.
Tot secretarissen waren herbenoemd:
Philippus Carolus Flaagen.
Dr. Johannes Sur en donck van Hoey.
Na een jaar moest de helft der leden aftreden. Aan
gewezen bij loting op 1 Maart waren daartoe de burgers
Van Nuys, Wittert, Dinant Meers, Potier, Reyndering en
Borst. Den 29 Maart 1797 zou derhalve eene verkiezing
plaats hebben van kiezers, maar de oproeping der stem
gerechtigden tot de grondvergaderingen geschiedde niet.
De Raad toch, van oordeel dat de verdeeling der grond-
DE REGEERING VAN ’s GRAVENHAGE I795-1851. 229