bankier. vergaderingen den 19 Maart 1796 voor één jaar vastge steld minder wenschelijk was, had nieuwe grenzen voor de wijken getrokken. Dit lokte verzet uit van enkele stem gerechtigden, die deswege aan het Provinciaal Bestuur van Holland adresseerden, dat, ten einde een onderzoek in te stellen, de verkiezing „surcheëerde”, en decreteerde voorloopig de uitgelote leden in hun functien te handhaven. De Raad legde zich daarbij neer en publiceerde 28 Maart dat de grondvergaderingen niet zouden doorgaan. Den 11 April werd echter een antwoord van het Prov. Bestuur ontvangen waarbij de surcheance werd opgeheven, waarom den 15 April bij publicatie werd bekend gemaakt, dat de grondvergaderingen op 20 April zouden worden gehouden. Dit geschiedde en de vergadering der kiezers den 21 April gehouden wees tot leden aan Mr. Nicolaas van Nuys Mr. Nicolaas Cornelis Wittert. Jan Alexander Potier. Egbertus Borst. Anthonie Reyndering. Maximiliaan den Appel. en tot plaatsvervangers Joannes Huygens Philippus Dinant Meers. Dirk Smaal. Reynier Hendrik van Kuffeler. Isaacq van de Watering notaris, Isaacq van Cleeff boekdrukker. Doch nog was daarmede de zaak niet afgeloopen dezelfde zich verzettende stemgerechtigden legden den Raad ten laste dat hij niet in den geest van het decreet van het Prov. Bestuur van 11 April daaraan uitvoering gegeven had, weshalve wederom de verkiezing, c.q. de 23O DE REGEERING VAN ’s GRAVENHAGE 17951851.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1908 | | pagina 255