i8
UIT DE PROTOCOLLEN DER HAAGSCHE NOTARISSEN.
van een vrouw,
nam Dirckge Leen
de jonge Cornelia
laeten instrueren, uijtgenomen des Saterdaechs”. Voor zijn
onderwijs zou Frederick Born jaarlijks honderd gulden
ontvangen.
Van den dokter tot den apotheker is de stap niet
groot; ook deze nam leerlingen aan. In een acte van
25 Mei 1639 nam de Haagsche apoteecaris” Gedeon
d’Assegnies aan den jongen Pieter Sporck in den tijd
van drie jaar te leeren „de kunst van apoteecarie,
ende alles wat daeraen dependeert”. Pieters vader zal
daarvoor te zamen 250 gulden betalen. De verdere be
palingen van het contract geven geen aanleiding tot
opmerkingen (N°. XXVII).
Tot afwisseling het arbeidscontract
Volgens acte van 21 Maart 1667
mans, „bejaerde dochter”, op zich om
van Dam „te leeren vrouwenpruijcken maecken, haere
mutsgens, fransse mutsgens, vrouwen locken, rouwerk,
tippen, stoicken, gestickte mutsgens, oorlappen, valsche
scheijen, lappen op ’t hooft, valsche tuijtten, huijffgens,
galantten, pertinent hullen soo joffrouwen, als borgers
vrouwen ende dochters ende voorts generaliter alles, dat aen
’thantwerck in eeniger maenieren dependeert” (N°. XXVIII).
Het contract werd voor twee jaren aangegaan met opzeg-
gingsrecht voor iedere drie maanden; het leergeld be
droeg 50 gulden.
Een bijzonder geval geeft ons een contract van 7
October 1647 (N°. XXIX). Het blijkt, dat den 18 Juni
van dat jaar Andries Tineke voor twee jaren in dienst
is gegaan bij Anthoni Roeteringh „omme bij hem te
leeren de const van chirurgye”. Het schijnt dezen chirurg
evenwel niet voor den wind te zijn gegaan. Immers
„naerdien den voornoemden Roetering als nu van de
meninge is te vertrecken naar Bresiliën als chirurgijn
van een regiment, ende hij Tineke genegen sijnde om