r ONVERBETERLIJKE REGENTEN. De nadere kennismaking met de regenten onzer Repu bliek draagt niet altijd bij tot onze stichting. Niet omdat wij zooveel beter zijn, maar omdat zij zooveel minder braaf blijken dan wij dachten. Doch dan wordt hier van onze kant een vergissing begaan, daar wij onze moraal, geboren uit onze bijzondere verhoudingen, willen toepasselijk ver klaren op menschen, die deze verhoudingen niet, of althans niet zóó, kenden. Het is vooral op veilheid, ambtsbejag en zelfbevoor- deeling dat ik hier doel. Dertig jaar geleden gaf de Witte van Citters zijn bekenden bundel uit, waarin hij had ver zameld wat hij had kunnen vinden omtrent de zoogenaamde „contracten van vriendschap” of „correspondentie”, die in optima forma opgemaakte overeenkomsten, waarbij de stedelijke regenten, personen, families, groepen, coteries, elkaar wederkeerige hulp toezegden bij het verwerven van al wat er aan „baantjes” te vergeven en te verkrijgen was. En sedert is er heel wat meer aan het licht gekomen. Dr. Broersma en Mr. Fruin gaven nog een aantal Zeeuwsche contracten van gelijke soort uit, zoodat nu alle steden van Zeeland waren vertegenwoordigd. Van de Hollandsche, Geldersche, Friesche regenten bleek binnenkort hetzelfde. Belangwekkend was een publicatie’) van Mr. S. Muller Fzn., Zie Collatierecht en Ambtsbejag in: Schetsen uit de Middel eeuwen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1908 | | pagina 284