270
ONVERBETERLIJKE REGENTEN.
Medeleden vragen, of zij iemand op de Lijst voor de voorsz.
Posten gemaakt kennen tot de voors. vacante Post geschikt:
In de volgende vergadering zal zoodanig Persoon opge
geven en aan hem als dan de voors. vacante Post geconfe
reerd worden, wanneer de Tour van het aan de Beurt
gestaan hebbend Lid voorbij gaat en hij onder aan de
Lijst komt. Indien geen persoon op de gemelde Lijst ge
vonden wordt, wordt de begeving van die post een vrije
Trekbeurt, waarvan een afgezonderde Rooster gemaakt is
zoowel voor de groote en kleine Posten. Over deselven
wordt geloot, een der Leden bij Loting de begeving van
zoodanigen Post getrokken hebbende kan niet weder mede-
looten of hij moet zijne collega’s diergelijke Post bij Trek
beurt hebben zien begeven.” (art. 7).
Die loting was blijkbaar reeds gewoonte voor de
„Societeitsposten”, en voor de „groote” zou men ze hand
haven tot elk van de „actueele” leden zoo’n post zou
getrokken hebben; de „kleine” kwamen op de lijst van de
posten van den Haag.
Enkele bijzondere bepalingen tengunste van „geremo-
veerden” maakte men nog: de eerst openvallende aan-
stekersplaats, zou aan den afgezetten aansteker, de eerste
priseersterplaats aan de afgezette priseerster ten deel
vallen, en waar voor de andere nieuw te benoemen ambte
naren de eisch gesteld werd, dat zij hun bedieningen per
soonlijk moesten waarnemen, daar zou „daaromtrent eene
uitzondering gemaakt kunnen worden „tenopzigten van ge-
removeerden, indien zij tot die waarneming effectief buiten
staat” waren. Uit dien hoofde zou de geremoveerde schipper
op Amsterdam, Frey, een levenslange uitkeering van ƒ400
krijgen, steeds te betalen door den laatst benoemden schipper
op Amsterdam of Rotterdam. De commissarisplaats op het
Amsterdamsche en Rotterdamsche veer, zou worden belast
met een uitkeering van f 200, aan den geremoveerden