ONVERBETERLIJKE REGENTEN.
279
Art. 12. Hoezeer alle aantestellen Amptenaaren gehouden
zullen zijn hunne Bedieningen in persoon waarteneemen, zal
daaromtrend eene uitzondering gemaakt kunnen worden ten
opzichten van Geremoveerden, indien zij tot die waarneeming
effectif buiten staat zijn. En is uit dien hoofde bepaald, dat
aan den Geremoveerden Amsterdamsche schipper Freij eene
uitkeering van 400 s’jaars zijn leven lang zal worden toe
gezegd, te betaalen door den eerst aantestellen Rotterdamsche
of Amsterdamsche schipper, welk beswaar tot lasten dezer
laatsten niet langer zijn zal, als tot dat er weder een ander
schipper op een dier veeren aangesteld wordt, welke die uit
keering dan voor zijne rekening zal moeten neemen, en zal
dus die uitkeering altoos door den Jongsten schipper voldaan
moeten worden.
Gelijke uitkeering ter somme van/200. wordt beloofd
aan den geweesen waagmeester van Ogten in vergoeding van
het Pensioen, dat hem toegezegd was: deze uitkeering zal
betaald worden door den Persoon, die het eerst begunstigd mag
worden met de Commissarisplaats op het Amsterdamsche en
Rotterdamsche veer, (die bovendien zal moeten voldoen de op
de voorsz. post reeds bepaalde uitkeering) of met een Leidsche
veerschippersplaats, of met de Utrechtsche schippersplaats,
of met de Commissarisplaats van de Leidsche en Delftsche
veerschepen. Wanneer deze twee laatste posten niet meer
gesplitst zullen zijn, maar de Raad goedvinden mogt dezelve
op één Persoon te confereeren Diegeen die de uitkeering
doen moet, zal daartoe niet langer gehouden zijn, als tot dat
een ander een der gemelde posten verkrijgt.
De gemelde uitkeeringen zullen betaald moeten worden onver
schillig of de voorsz. posten bij vrije of onvrije Beurt begeven
worden ook zullen voor die Casu quo te doene uitkeeringen
cautie kunnen gevraagd en des noods moeten gesteld worden.
Art. 13. Door den Raad vastgesteld zijnde, dat de uitkeering
van 4. s’weeks, die de tegenwoordige Delftsche schipper
Art. ii. Een nieuw aankomend Lid in den Raad zal de laatste
op de Lijsten van begeving gesteld worden, en, dienvolgende
het gebruik bij de meeste Colleges plaats hebbende, zijne
Collega's de posten op de differente Roosters gesteld, moeten
hebben zien begeven, voordat hij een Beurt krijgt.
Een gecontinueerd Lid behoudt zijn rang.