I-IAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
313
La Ville de Paris.
5 Mei 1801 verkochten Judac Jonas wed. Isaac Michiels,
Eleazar Isaac en Isaac Bendix Kantor, alle wonende te Am
sterdam aan Johannes Savelkoels een huis en erf met een
achterhuis, van ouds genaamd La Ville de Paris aan het
einde van de Korte Houtstraat op den hoek van den
Fluweelen Burgwal voor f 2800. Reeds een jaar later ver
kocht deze het aan Alexander Boyere voor f 4000 en een
„notarieele obligatie” van 500.
Het was in 1800 verhuurd voor 520.
Omstreeks 1840, toen de wede. Seijdel daar den scepter
zwaaide, werd het veel bezocht door jongelui uit zooge
naamd goede kringen, die het huis een beslist slechte
reputatie bezorgden.
In het Dagblad van 24 Oct. 1845 maakt de toenmalige
eigenaar, een zekere L. A. Abel, het geëerde publiek bekend
dat den geheelen winter bij hem zijn te bekomen versche en
gemarineerde reebouten, alsmede Mainzer Sauerkraut, ter
wijl hij gedurende de kermis zijn restauratie openstelde tot
het ontvangen van „Heeren en Dames.”
Op blz. 458 der Mededeelingen 1906 vertelde ik van een
bezoek van Mozart met zijn vader aan ons land en aan dat
hotelletje. Dit was in ’t laatst der 18de eeuw. Voor’t hotel
moge 't een eer geweest zijn dat Mozart er logeerdede
getuigenissen van vader en zoon omtrent de inrichting
waren minder vleiend.
In deze sfeer van mindere gelegenheden, die echter hun
typischen kant hadden, is misschien niet onaardig een
advertentie in de Haagsche Courant van 13 Maart 1815:
„Het heeft den vrijmachtige God behaagt, heden avond,
om mijne waarde en tedergeliefde man Antonie de Porta,
logementhouder in den Gouden Engel in den ouderdom
van 69 jaar en 11 maanden en na eene echtverbintenis