I
HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
314
„In de Oijevaar in de
Jan Pieter Mebos.”
A. M. E. Lieberg.
Wed. A. de Porta.”
door J. G. Kuyper
van het Voorspuij.
nu mijne droefheid niet te vermeerderen, verzoeke
brieven van rouwbeklag verschoond te blijven.
van 38 jaren en eene bezetting op de borst, binnen den
tijd van 8 dagen op het alleronverwagtst uit mijne liefde
armen te rukken. Ik geve hiervan langs deze gebruikelijke
weg kennis aan al zijn vrienden en bekenden en vooral
aan de begunstigers van dit zijn logement; ik twijfel
geenzins of alle die mijn brave man zijn karakter van
nabij kenden, zullen een deel nemen in mijne regtmatige
droefheid.
Om
ik van
De eenige „Gouden Engel”, dien ik in het begin der
negentiende eeuw vermeld vind, was een logement op
het Spui waar o.a. in 1820 Jhr. J. C. G. van der Brugghen
van Croy, lid van de 2e Kamer voor Noordbrabant ver
blijf hield, het was destijds gemerkt N°. 422.
Nog een paar merkwaardige advertenties:
Haagsche Courant 23 Aug. 1809. „Het logement „de
Ziende Wereld” is overgenomen
van den heer Visser. Oostzijde
Wijk B. N°. 404.”
Haagsche Courant 14 Jan. 1814.
Korte Houtstraat Wijk L, N°. 81, het tweede huis voorbij
de Koediefstraat, kan men voor een civiele prijs Logement
en Ordinaris bekomen, van ’s middags 12 uuren tot ’s nachts
12 uuren, en verkiest iemand het aan huis te hebben, ver
zoekt den ondergeteekenden besteld te krijgen en ook als
der iemand is die inkwartiering wil besteden, verzoekt den
ondergeteekenden de gunst tegens een civiele prijs.