3i5 HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN. Stadsherberg Een van de meest bekende kleine logementen was in de achttiende eeuw de aan de Westzijde van het Delfsche Veer (begin Zieken N°. 6), welke op bijgaande afbeelding is vereeuwigd. ii Januari 1790 werd dit perceel door Bartholomeus Hazemond verkocht aan Joh. Fischer, hofmeester bij den Spaanschen gezant, voor 14000 met den geheelen inventaris bestaande in paarden, rijtuigen, stalgereedschappen enz. „alsmede al de meubilaire goederen, de bedden met toebe- hooren, tafel- en beddelinnens, zilveren lepels en vorken, porcelein, kooper, tin en glaswerk en alles wat tot voor noemde herberg, logement, uitspanning en huishouding is behoorende”. 17 Mei 1802 werd dit huis door Fischer, die naar Weenen was verhuisd, verkocht voor slechts ƒ6500 aan Anthonie Sanden die twee jaren later overleed en uit wiens „gerepu- dieerden insolventen boedel”, de herberg overging aan Willem Hendrik Zeijlen voor ƒ5550. In het Dagblad van het Departement der monden van de Maas van 8 Mei 1811, lezen wij de volgende annonce Schiedges, thans casteleijn in de van ouds gereno- meerden stadsherberg aan ’t Zieke in den Haag, waar de trekschuiten af en aanvaren, recommandeerd zich in de gunst van ’t geeerd publiek, zo tot het houden van Logement, aandienen van eeten, ververschingen etc. op het spoe digste, als mede tot het geven van maaltijden en goede oppassing voor paarden en berging voor rijtuigen.” De stadsherberg behoorde omstreeks 1830 aan de wede. Schoonejongen. Omstreeks 1840 ging het hotel over aan J. Langelaan, die het in 1883 nog bewoonde. Later vind ik het niet meer vermeld.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1908 | | pagina 343