3i6
HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
den Hove.
pasteibakker te Haarlem.
Castelenije van
In de 17e eeuw was op het Binnenhof de Casteleny;
zij vormde een deel van het tegenwoordig Ministerie van
Binnenlandsche Zaken en diende zooals meer herbergen
in dien tijd om nalatige schuldenaars te gijzelen en tot
voorloopige gevangenis van personen van stand en van
andere lieden waarvan nog niet a priori kon worden vastge
steld of er voldoende redenen waren om ze op de Voorpoort
in bewaring te stellen. Voorts werden er verkoopingen
van onroerend goed gehouden. De kastelenij stond onder
het opzicht van een ambtenaar met den titel van kastelein
en die tevens veelal „congierge” van het hof was. 1)
20 Aug. 1666 werd hier de heer Buat gebracht alvorens
op de Poort gezet te worden, en later vertoefde hier ook
Cornelis de Witt.
In 1800 treffen wij aan: de castelenije van het Hofnabij
de Hofsingel waar op 10 Januari eene notarieele verkoo-
ping van huizen plaats vond, ten overstaan van commissa
rissen uit het college van crimineele en civiele Justitie.
In de Haagsche Courant van 11 Maart 1801 komt de
volgende annonce voor:
„Een hegt, sterk en weldoortimmerd huis en erve zijnde
het logement genaamd de Castelenije van den Hove, waarin
het houden van logement en het verkoopen van vaste
goederen en effekten enz. een reeks van jaren, met het
beste succes is gedaan en alsnog werd gecontinueerd bij
de Hofcingel.”
Dit logement hetwelk door den kastelein Barend Beerens
op 14 April 1801 in publieke veiling werd gebracht maar
waarschijnlijk bij gebrek aan liefhebbers was opgehouden,
werd met ingang van 1 Mei 1804 overgenomen door
W. J. Marpurg, gewezen kok en
1) Mededeelingen 1906, p. 301.