ÖAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
321
1) Ik citeer al deze aanhalingen natuurlijk woordelijk.
21
la Haye” aan en in 1871 een „Hotel den Haag” in de
Rijnstraat N°. 1; het laatste blijkbaar een hötel voor
handelsreizigers.
L. Ie Cointe, die in 1810 kastelein in de „Castelenije”
werd, nam in 1804 het logement de
„Drie Steden”
van zijn voorganger D. Dumoulin in huur over.
Het logement de „drie Steden” had voorheen tot woning
gestrekt aan de afgevaardigden ter Statenvergadering van
de drie gemeenten Gorinchem, Schiedam en Schoonhoven.
Dumoulin was daar kastelein geweest van 17861804.
Hij adverteerde in de Haagsche Courant van 26 Maart 1802
dat hij wederom begonnen was met het houden van
„ordinaire tafel.”
Dit logement was gelegen op den Fluweelen Burgwal
N°. 139; men at er precies om half vier voor 24 stuivers
met een flesch wijn van een gulden.
In 1803 was hier o.a. gelogeerd het lid van het Wet
gevend Lichaam C. J. Speelman van Heeswijk.
Le Cointe wilde de zaak eens een beetje moderniseeren
en berichtte in de Haagsche Courant 5 Sept. 1804, „dat
hij baaden van zindelijkheid ten zijnen huize heeft opge-
rigt; dewelke reeds de goedkeuring van de gedistin-
gueerste lieden dezer stad hebben behaalt.”
Verder zal hij nog „baade voor zieke oprichten.”
Behalve deze gezondheidsmaatregelen die iets buiten
gewoons waren in dien tijd, vond men er ook andere
bijzonderheden
„Le Cabinet de physique accustique de la fille invicible
sera ouvert encore toute la semaine. Hotel des 3 villes
sur le Fluweele Burgwal.”