HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN. 323 ging hij er op door en vergrootte de zaak zelfs blijkens de volgende advertentie De ondergeteekende verwittigt bij deze het geëerd reizend publiek, dat hij van plan is door aanbouw op a. s. Woensdag den yen Mei 1845 zijn smaakvol ingerigt logement te openen, gelegen over het stationsgebouw te 's Gravenhage hebbende hij ook uitsluitend een salon ingerigt tot ontvangst van Dames.” Verder brengt hij in kennisse, dat zijne nieuwe zaal ge opend zal worden op Zondag 4 Mei en gedurende de kermis- week ook ingerigt zal zijn tot eene restauratie ter ontvangst van het geëerde publiek gedurende den geheelen avond. Door zijne veeljarige ondervinding in beide vakken vleit hij zich door prompte en civiele bediening de gunst en vertrouwen des publieks waardig te worden. Tot in 1870 werd het „Hotel de Nederlanden” door den heer 1 Jsveld gedreven, toen hij het wegens sterfgeval te koop aanbood. In 1874 (17 Juli) werd het onder den naam „Hotel des Pays-Bas” geopend door den heer J. F. Bonsen. Als zoodanig hebben de meeste Hagenaars van later tijd het nog gekend, met al zijn curieuse souvenirs die er aan verbonden zijn. In 1897 ging het over aan J. A. M. de Pauw. Een afbeelding van dit hotel komt voor op p. 105 van Johan Gram's werk: 's Gravenhage voorheen en thans”. Het Hotel „van Brunswijk” aan de noordzijde van de Lange Poten was een aanzienlijk gebouw dat in de eerste helft der achttiende eeuw tot woning diende voor de Britsche gezanten. Van 17281732 hield o. a. de bekende schrijver Lord Chesterfield daar ver blijf. Later werd het bewoond door den bekenden Hertog van Brunswijk Wolffenbuttel. De „dikke Hertog”, die in den volksmond nog met een ander epitheton werd aan geduid naar aanleiding van een ernstige verwonding in den

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1908 | | pagina 351