3^7 HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN. Verder worden als eigenaars genoemd in 1883 J. Kleintjes, in 1898 Joh. van Buuren en H. R. W. Ranshuysen, in 1902 H. Pauw en thans H. van Slumeren. Deze trok het huis tusschen zijn Hötel en De Zeven Kerken van Rome bij het zijne aan en doopte zijn hotel toen ook maar als de „Zeven kerken van Rome”. Het Bossche Veerhuis een concurrent aan den overkant van de gracht thans gemerkt Spui N°. 2i6«, c, d en e. Dit Hotel had reeds in 1800 een goeden naam. Wij vinden er dan ook steeds afgevaardigden ter Staten-Generaal in gelogeerd. In 1820 o. a. logeerden er de beide afgevaardigden uit Groningen, terwijl de Zeeuwsche afgevaardigde Mr. C. van der Lek de Clercq, lid van de ie Kamer en diens collega A. van Weel er jaren lang een kamer hadden. In 1872 en 1873 hield Mr. C. J. A. Heydenryck, lid van de ae Kamer voor Nijmegen er nog verblijf. In de eerste helft der achttiende eeuw was het in ’t bezit van de familie Merz. Later ging het over in handen van den Heer P. N. Baesjou. Het stond toen bekend als Hotel Baesjou. Als later eigenaar vind ik nog genoemd 1878— 1883 F. N. Stael en 18841887 A. J. J. Fraus. Het schijnt in dat jaar als Hotel te zijn verdwenen. Thans is het huis gesplitst in drie beneden- en drie bovenhuizen, maar de gevel is intact gebleven. Maréchal de Turenne. Het schrijven van een artikel als dit is een vreemd soort werk. Zoodra men de bouwstoffen bij elkander heeft, ja dan gaat het van een leien dakje, maar om die bij elkaar te krijgen moet men met allerlei menschen van zeer uiteenloopenden aard confereeren en correspondeeren, en de meesten snappen de bedoeling niet juist.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1908 | | pagina 357