329
HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
dame een erg schwarmerisch versje had geschreven over
„die Welt” en „der Mond” en „der Tod” al of niet of
gedeeltelijk geïnspireerd door Heine, en waaronder een
koelbloedige, cynische Hollander had geschreven
Nonsens Lotje,
Trouwen mot je.
Die boeken hebben in hun onbeperkte intimiteit en spon
tane uiting die niet zelden geestig is, werkelijk een waarde
die menigmaal wordt onderschat.
De schilder Gabriel had op zijn atelier een dergelijk boek
liggen, getiteld „Le Pour et le Contre” waarin hij alles
verzamelde wat over zijn werk werd gedrukt; en misschien
heeft de critiek, die anders wel eens verbittering wekt, nooit
zooveel stof tot hilariteit gegeven, als juist door dat boekje.
Hij kon er met zoo’n demonisch genoegen in bladeren.
Maar ik wilde maar zeggen dat Madame Zuur, de vrien
delijke chatelaine van de „Maréchal” zeer welwillend was
met de inzage en raadpleging van dit voor het hotel belang
rijk boek en dat zij mij tevens het genoegen deed belang
te stellen in mijn arbeid.
Dat overkomt je niet veel en daarom haalde ik dat spreek
woord aan van met je neus in de boter vallen. Maar dien
indruk schijn ik niet alleen te hebben gekregen want het
merkwaardige boek waarover ik het nu heb, en dat ik op
een Zondagmiddag rustig heb zitten te doorbladeren ademt
denzelfden geest.
Jammer dat het pas in lateren tijd is aangelegd, want zeer
zeker zou anders de geestige Italiaansche schrijver Edmondo
de Amicis, die hier logeerde er zijn cachet aan hebben
gehecht.
Maar behalve van Edmondo hadden we dan misschien
nog aanteekeningen gevonden van een prins Dabonirski
een erfgraaf van Bentheim Steinfurth uit 1805 en een legatie-