HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
331
Jean Paul Handel,
den Heer Fuhri.
den Heer Zuur,
waar de beroemde Maarschalk als jongeling geslapen had,
toen hij in dienst van Nederland was.”
Werkelijk moet een portret van Turenne in een der
kamers hebben gehangen.
In een koopacte van 1693 wordt dit perceel omschreven
als: een huis, erf, tuin en stal waar jegenwoordich uithanght
„den Maréchal de Turenne”.
Dit huis, hetwelk dus zijn naam aan een uithangbord ont
leende, wordt in die koopacte voor ’t eerst zoodanig genoemd.
De bewering van De Fonseca dat het huis aldus' zou
genoemd zijn omdat de bekende Fransche generaal Turenne
er tijdens zijn verblijf in den Haag zou gewoond hebben,
laat ik natuurlijk geheel voor rekening van dien schrijver.
Het huis dat in 1693 werd verkocht door Jean Hermier
de Merval „segelclopper” van de Admiraliteit te Amsterdam
aan Francois le Févre, werd in 1717 door diens weduwe
Judith Biron overgedragen aan den wijnkooper Samuel
Gourcq, terwijl deze het wederom in 1737 overdroeg aan
Nicolaas Dumoulin. Het schijnt dat Dumoulin, die dit per
ceel door den aankoop van verschillende kleine huisjes
vergrootte het gedeeltelijk in zijn tegenwoordige gedaante
heeft doen optrekken. Het werd op 14 Juni 1802 verkocht
door Philip Christiaan Schlosser aan
die het in September 1841 verkocht aan
In 1863 kwam het hotel in handen van
die de zaak aanmerkelijk uitbreidde met den aankoop
van een aangrenzend perceel. De laatste uitbreiding vond
plaats door den Heer Zuur die er omstreeks 1877 het
daaraangrenzend perceel N°. 24 aantoevoegde. x)
Moeder Zuur, zooals ze intiem, hartelijk, door haar oude
logeergasten wordt genoemd, stelde ons in de gelegenheid,
om haar hotel in alle schuilhoeken te gaan bekijken, en zij
Voorde verschillende overdrachten van dit perceel verwijs
ik naar Bijlage I.