HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN. 332 was daarbij niet karig met het verschaffen van de noodige mondelinge toelichtingen. Met zekere voorliefde sprak zij over het maritiem cachet dat haar logement in zijn tijd had, zoodat er zelfs zeeofficieren waren, die uit Indië hier komende, het eenvoudig maar noemden het „marinehotel.” Vele namen van oude, reeds vergeten hoofdofficieren der Marine kwamen zoo babbelende in haar herinnering en ze deelde ze kwistig mee, maar op één werd wel bizonder den nadruk gelegd en dat was den ouden bekenden admiraal Fabius, als zoodanig en als lid van de Tweede Kamer, een toenmaals zeer op den voorgrond tredende maritieme per soonlijkheid. Zij was er trots op dat de admiraal tot bijna aan zijn dood bij „Moeder Zuur” was blijven wonen en dat hij daardoor tevens een stempel van niet geringe waarde aan haar hotel had gegeven. Kamerleden hielden er ook gaarne verblijf; de afgevaardigde uit den Helder A. P. Staalman logeerde er o.a. nog in 1903. In dat met een intiem cachet gestempelde vreemdelingen boekje trof ik aardige aanteekeningen aan, die de moeite waard zijn in dit verband te memoreeren. De bekende dokter Gunsaulus uit Chicago schreef er in Juli 1902 in: „When one is far away from house,, especially after suffering the ardent attentions and annoying genuflexions of the usually encounterend European Hotel constabulary, it is pleasant to find such a home as this; a kind, motherly hostess and good girls to help her and a sufficiant quantity of food of good quality, with clean beds to sleep in, through a quiet night.” Een dame uit Parijs schreef dat zij bijna de geheele wereld had doorgereisd en het nooit zoo in alle opzichten naar haar zin had gehad als in de „Marechal.” Een Duitsche jonge dame, die uit toegenegenheid voor dit land en dit hötel iets in ’t Hollandsch wil schrijven zet er in:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1908 | | pagina 363