HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN. 337 22 Hotel Groot Keizershof Buitenhof N° 46. G. W. Niemann, zeker een zoon van voornoemde weduwe, maakt in de Haagsche Courant van 27 April 1814 bekend dat hij voorheen gewoond hebbende in het Groot Keizershof op den Korten Vijverberg voornemens is a.s. Mei het logement en derzelver benaming ’t Groot Keizers hof weder te beginnen op het Buitenhof Letter K N°. 87 (te voren genaamd de Gouden Leeuw). In de Haagsche Courant van 14 Augustus 1820 lezen wij dat uit de hand te koop is het Groot Keizershof op het Buitenhof; waarna wij in de Haagsche Courant van 4 Mei 1821 vernemen dat C. W. Steevens door koop eigenaar geworden is van het bekend en van ouds gerenommeerde Groot Keizershof op het Buitenhof. De volgende eigenaar was J. A. Springer die in 1833 open tafel hield om 4 uur per persoon a 1,25. Gedurende de kermis werd zijn affaire ingericht tot het bekomen van ververschingen. In het Dagblad van 22 Dec. 1865 heeft ter voorkoming van verkeerde uitleggingen, een zekere W. A. Noman onder de firma J. A. Springer, de eer aan zijn geëerde begunstigers kennis te geven, dat bovengenoemd hotel met 1 Mei 1866 bij overname in andere handen overgaat en dat hetzelve inmiddels op denzelfden voet wordt ge continueerd. Het was een eigenaardig ouderwetsch hotel, dat zijn vaste klantjes had en waar ook Kamerleden gedurende de geheele negentiende eeuw hun intrek hebben genomen. Met 1 Mei van dat jaar werd het Keizershof overgedaan aan den Heer H. Mangeot, die zijn zaakje aldus aankondigde in het Dagblad van 8 Nov. 1866.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1908 | | pagina 369