35°
HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
81 jaren.”
Daarbij was hij een uitmuntend teekenaar en graveur die zijn
eigene werken en die van anderen met de schoonste afbeel
dingen heeft verrijkt.
Hij kocht aan den Bezuidenhout grond aan, om er een
wel ingericht en sierlijk gebouw op te doen verrijzen, ten
einde er zijn uitgebreid kabinet van natuurlijke historie,
vooral van hoorns en schelpen te kunnen plaatsen, terwijl
het tevens geschikt moest zijn om er zijn teeken- en graveer
kunst behoorlijk te kunnen uitoefenen.
Hij stierf in 1789 in den ouderdom van
Zijn huis werd in 1796 verkocht aan Mr. David Herbert,
waarna het tot hotel werd ingericht.
In het begin der negentiende eeuw ging het over aan
den Heer R. Maitland. Het bleef in die familie tot 1865
toen de heer C. J. Maitland het overdroeg aan den Heer
C. J. van Velsen. Deze berichtte in 1870 in het Dagblad
dat hij behalve de table d’höte eene goede restauratie,
van alle ververschingen en spijzen voorzien in eene
daartoe speciaal bestemde zaal van zijn hotel zal vestigen.
In 1851 nam de Koning van Wurtemberg op 26 Sep
tember in dit hotel zijn intrek en in 1869 vinden wij er
het Chineesche gezantschap onder leiding van den heer
Burlinghame, vroeger Amerikaansch gezant te Peking en
sinds jaren reeds hooge staatsambten in het Chineesche
Keizerrijk bekleedende.
Evenals in der tijd het Japansche gezantschap, zou het
Chineesche zijn intrek nemen in het Hotel Bellevue.
Het bestond uit 25 personen, waaronder zes Ministers.
Volgens het Dagblad van 12 Nov. 1869 had Z. M. de
Koning het Chineesche Gezantschap in plegtige audiëntie
ontvangen. Plet werd van het Hotel Bellevue met hofrijtuigen
afgehaald en weder derwaarts gebracht.
Leden van onze hooge Staatscolleges vonden er ook
reeds van 1820 af een rustig verblijf.