369
HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
mij nog één op de tegenwoordige
24
jongmensch noemt een
daaraan is den Haag altijd
Dat is nu eigenlijk wat een
„publieke vermakelijkheid” en
arm geweest.
Maar laat ik hier in dankbare herinnering brengen de
Hoogduitsche Schouwburgzaal” in de Korte Houtstraat 22.
De afgevaardigden der vier steden Gorinchem, Schiedam,
Schoonhoven en den Briel hebben zeker nooit gedroomd
dat hun deftig hotel waar zij natuurlijk ook wel eens,
maar dan „en familie” uit den band zijn gesprongen,
het tooneel zou worden van die vreeselijke bachanalieën,
die er omstreeks 1875 plaats vonden. Deze werden dan
aangeduid met den goedigen naam van „bals”. Maar men
moet ze maar bijgewoond hebben om te weten wat dat
voor „bals” waren.
Die publieke vermakelijkheid is, althans in dat opzicht,
ook verdwenen.
Toen doken weer voor een oogenblik op die verdachte
cafétjes met donkere tuintjes waarvan ik er eenige besproken
heb onder de „buitengelegenheden”.
Ik herinner er
Toussaintkade.
Dat was omstreeks 1885 in een perceel waar nu een brand-
stoffenhandel is gevestigd niet ver van het Toussainthuis.
Het was een huis dat vrij diep van de rooilijn insprong
met een donkere tuin er voor. Het heette meen ik
„jardin joyeuse”Maar met den tijd kwamen betere zeden
en hoewel de sporting-clubs” en „bien-faisances” nog in
de windselen lagen, zagen wij in 1901 toch in den Haag
een „publieke vermakelijkheid” ontstaan die kon gelden.
Dat was „Scala”dat nuzesjaarnazijn opening nog steeds
volle zalen trekt en een goede reputatie heeft verworven.
Het gebouw van „Scala” heeft ook zijn historie; slechts
een klein stukje heelalledaagsche stadsgeschiedenis, maar
voor „die Haghe” daarom van belang.